
Wie op vrijdagmiddag langs de woning van Bennie loopt, ruikt het al van ver. Er komen heerlijke geuren uit de keuken, iedere week opnieuw. Voor vrijwilliger Roswitha is het vaste prik. “Eerst drinken we een kop koffie en nemen we de week door en dan gaan we naar de keuken.” Voor Bennie is het een uitkomst. “Voor mij is het lastig om te koken, omdat ik in een rolstoel zit. Met afgieten heb ik bijvoorbeeld moeite. Daarom heb ik jaren geleden bij Evenmens aangegeven dat ik daar wel wat hulp bij kon gebruiken.” Roswitha had daar al wat ervaring mee. “Ik kookte altijd al voor een echtpaar. Toen de vraag van Bennie kwam ben ik kennis gaan maken. Het klikte meteen.”
Mee-eten
Iedere week kiest Bennie wat er gegeten wordt. Bennie: “We koken grote porties, zodat het in de vriezer kan. Zo heb ik altijd nog iets op voorraad.” De boodschappen regelt hij meestal zelf en uiteraard blijft Roswitha na het koken mee-eten. “Dat doen we al sinds het begin, wel zo gezellig”, vertelt Bennie. En natuurlijk draagt Roswitha ook weleens een suggestie aan. “Ik heb heel veel dingen leren eten dankzij haar. Laatst heb ik voor het eerst wortelstamppot gegeten. En dat terwijl ik al 71 jaar ben!” Bennie doet de voorbereidingen aan tafel, denk aan het snijwerk, mixen, sausen klaarmaken, Roswitha bereidt vervolgens alles in de keuken.
Vriendschap
Inmiddels is er een prachtige band tussen hen ontstaan. Er wordt met familie gebarbecued, ze komen bij elkaar op de verjaardag. Er zijn zelfs nieuwe gezamenlijke vriendschappen ontstaan. Bennie: “Roswitha is heel belangrijk voor me geworden. Dat ze hier al zoveel jaar haar tijd insteekt, vind ik heel bijzonder. Alleen al dat ze aanwezig is, is heel fijn. Ik kijk altijd uit naar die vrijdagmiddag.” Datzelfde geldt overigens voor Roswitha. Al sinds haar vijftiende doet ze vrijwilligerswerk. “Het geeft mij ook heel veel. In mijn werk moet ik best wel streng zijn, tijdens vrijwilligerswerk is dat heel anders. Ik kook heel graag en Bennie hoef ik niets uit te leggen. En daarbij vind ik dat je best iets voor een ander kunt doen. Als ik zelf ouder ben zou ik het ook fijn vinden als er iemand voor me is. Inmiddels is er een hechte vriendschap tussen ons ontstaan, anders zouden we het ook nooit al dertien jaar met elkaar volhouden.”